Dinsdag 1e uur brugklas gymnasium
Met mijn rug stond ik naar de klas. Er werd rustig wat gekletst, terwijl ik snel wat op het bord schreef. Ik hoorde de deur opengaan. Vanuit mijn ooghoek zag ik Max (laten we hem zo noemen) naar binnen glippen en al high-fivend naar zijn plek sluipen. Ik ergerde me. Max was altijd te laat.
Na de les riep ik hem bij me en vroeg hoe het kwam dat hij altijd te laat was. Ik luisterde niet echt, wilde naar mijn koffie toe. Hij vertelde dat zijn vader en broers al vroeg naar hun werk of stageplek vertrokken. Hij zorgde voor zijn jongste zusje. Regelde haar ontbijt en bracht haar naar school. Daar wachtte hij tot ze in de klas was. En hierdoor kon hij zelf nooit op tijd zijn. Zo simpel was het.
Ik vroeg waar zijn moeder was. Die was ziek, vertelde hij. Precies wist hij niet. Maar ze lag altijd op bed. Hij smeerde de boterhammen voor zijn zusje. Zelf ontbijten schoot er vaak bij in.
Ik was geraakt. Vrolijk. Stoer. Nonchalant. Slim. Grappig. Zo zag ik Max in de klas. Maar hier zat een kwetsbare jongen tegenover mij. Zorgzaam. Lief. Serieus. Met een leven waarvan ik tot zojuist geen weet van had.
De volgende dag was Max weer te laat. Hij kwam de klas binnen en zei gedag. Ik glimlachte naar hem. Hij hoefde niet meer te sluipen. Doe maar rustig aan, jongen. Ga lekker zitten. Eet je ontbijt. Fijn dat je er bent.
Deze week was de week van de jonge mantelzorger. Kinderen zoals Max. Met te zware verantwoordelijkheden door (chronisch) zieke ouders. Of een broer of zus met een lichamelijke of verstandelijke beperking. Laat deze kinderen weten dat ze niet alleen zijn. Alleen erover praten kan al zoveel steun geven!
Weet jij welke kinderen in jouw klas thuis extra zorgtaken hebben? Hoe geef jij ze een steuntje in de rug?